Animatie – het model in woorden – het ontstaan van het model
EEN MODEL
Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. De werkelijkheid is een situatie die beter kan of zelfs schade oplevert. Door het model wordt die situatie duidelijk en veranderbaar.
Het voordeel van het werken met een model is dat het directe overzicht van en inzicht in die bepaalde situatie geeft. Het Model voor Persoonlijke Autonomie bestaat uit twee generatoren die in ieder van ons actief zijn.
DE KRAMPGENERATOR
Bij een emotionele kramp trekken je voelen en denken samen waardoor je niet meer samenhangend kunt denken, praten of handelen. Je gedrag – je explodeert of klapt dicht – is niet in relatie tot wat er gebeurt of gezegd wordt. Maar je kunt dat gedrag niet voorkomen, beheersen of stoppen.
Zolang je de trigger die de kramp veroorzaakt niet kent, zit je gevangen in een vicieuze cirkel en word je overvallen door je emoties en berichten uit je onbewuste.
DE KRACHTGENERATOR
Door de stappen van het model op jezelf toe te passen, ben je in staat de vicieuze cirkel te doorbreken. Je ontvangt geen berichten meer uit je onbewuste. Je maakt je eigen analyse en creëert je eigen oplossing – je persoonlijke autonomie is een feit.
Je kunt dan vanuit innerlijke rust zelf een mening vormen en zelf beslissen. Je kunt effectief en slagvaardig handelen. Je denken, voelen en handelen zijn in één lijn met elkaar.
Het ontstaan van het model voor Persoonlijke Autonomie –
Inga’s persoonlijke verhaal.
‘Pappie’ is de titel voor de man die mijn held is als ik jong ben. De man die alles kan, alles weet en onvoorwaardelijk van mij houdt. Ik leer alle belangrijke dingen voor mijn leven van hem.
Als ik naar school ga, leer ik lezen en schrijven en ik ben blij en trots dat ik iets leer dat hij al kan.
Wanneer het lente wordt, doen we een project over het voorjaar. Op een groot wit vel teken ik een ooievaar die ik opvul met kleine bolletjes crêpepapier. Met een potlood trek ik rechte lijntjes waar ik keurig mijn net geleerde woorden op schrijf. Als het klaar is, doet de juf er een oranje kartonnen kaft omheen.
De wereld stort in
‘Pappie, kijk eens wat ik gemaakt heb’, zeg ik trots. Ik kijk naar zijn gezicht en voel al bijna zijn tevreden en trotse blik over me heen gaan.
Hij slaat het oranje kaft open, kijkt en zegt met strenge stem: ‘Nestje is met een ‘t’, niet met een ‘d’.’
Ik schrik heel erg. Mijn wereld stort in. Hoe kan hij nou zoiets zeggen? Hoe kan hij zo afwijzend zijn? Ziet hij niet hoe ik mijn best gedaan heb? Hoe mooi alles op de lijntjes staat? Hoe zorgvuldig de ooievaar met crêpepapierbolletjes is volgeplakt? Ik word boos op mijn vader. Hij is mijn pappie niet meer. Ik weiger hem nog zo te noemen.
Er ontstaat een patroon
In de jaren die volgen, kolkt het in me als hij zegt: ‘Dat weet jij nog niet, daar ben je nog te klein voor.’ We krijgen vaak ruzie en ik haat hem als hij zegt: ‘Jij bent nog niet droog achter je oren.’ Jarenlang heb ik zelfs gedacht dat ik letterlijk nog niet droog achter mijn oren was. En als ik het dan controleerde, leek het alsof ik zelfs voor die controle te jong was.
Ik kan die tekst van mijn vader in heel wat varianten horen. En zelfs als er niets gezegd wordt, hoor ik het toch.
Een eerste poging tot autonomie
Als ik eenentwintig ben, ga ik voor anderhalf jaar naar het buitenland. Voor het eerst in mijn leven bepaal ik zelf of ik ergens te jong voor ben of niet. De autoriteit van mijn vader geldt daar niet en ik voel me volwassen, vrij en autonoom.
Als ik terug ben in Nederland heb ik het idee dat ik inderdaad mijn vrijheid en autonomie heb bereikt.
Feedback: ben ik wel zo autonoom?
Ik ben eind twintig en net voor mezelf begonnen in de public relations. De tekst die ik geschreven heb voor mijn brochure leg ik voor aan de man met wie ik met enige regelmaat een afspraak heb. Hij is gepensioneerd en stimuleert graag jonge mensen in hun professionele ontwikkeling. Ik vind het reuze spannend want hij is een echte autoriteit in het vak en ik kan veel van hem leren. Hij heeft hetzelfde mooie witte haar als mijn vader had. Hij zegt dat hij zich vereerd voelt en dat hij graag naar de tekst wil kijken.
Bij onze volgende afspraak heeft hij de tekst bij zich. Hij vertelt nog iets, terwijl ik op hete kolen zit en eigenlijk maar één ding wil weten: is hij enthousiast over wat ik geschreven heb?
Hij haalt het papier uit zijn binnenzak terwijl hij zegt dat hij er energie in heeft gestopt om het echt goed te bekijken. Ik zie alleen maar allemaal rode strepen en verbeteringen. Ik verkramp compleet, hoor niets en kan niet meer praten.
Bewust van de kramp
Deze ervaringen maken me bewust dat ik ergens last van heb wat dieper zit dan ik me op dat moment bewust ben. Samen met mijn fascinatie voor mensen is dit een reden om op onderzoek te gaan.
Geleidelijk kwam ik achter de oorsprong an deze fascinatie en ook op het spoor van het ontstaan van mijn kramp.
De oorsprong van mijn fascinatie
Zolang ik mij kan herinneren, ben ik gefascineerd door het verschil tussen wat mensen denken en voelen en wat ze daadwerkelijk doen. Hoe kan het dat daar zo’n verschil tussen zit? Het is een verschil dat ongemak veroorzaakt.
De oorsprong van deze fascinatie ligt in het gezin waarin ik opgroeide. Mijn beide ouders hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog drie en een half jaar van hun dan nog jonge leven in gevangenschap in een jappenkamp doorgebracht. De onuitwisbare invloed daarvan heeft een zwaar stempel op mijn jeugd gedrukt.
Ik ervoer hoe verschillend mensen communiceren en welke effecten dat heeft. Er werd van alles gezegd, soms openlijk, soms in bedekte termen. Ik merkte dat het belangrijkste dat gezegd moest worden juist niet gezegd werd.
Pappie…niet alleen een held
Ondanks alle levensvreugde en ambities van mijn vader, was hij niet vrij en autonoom, maar een slachtoffer. Lichamelijk, door de fysieke gebreken die hij door de kamptijd had, maar vooral ook geestelijk, door de emotionele schade die hij in zijn leven opgelopen had. Mijn moeder had naar haar zeggen de oorlog achter zich gelaten. Maar eigenlijk had zij alles verdrongen. Het duurde veel langer voordat ik ook haar pijn en schade kon opmerken.
En ik zelf?
Ik kwam er steeds meer achter dat ik een deel van hun schade mee had gekregen. Dat wilde ik absoluut niet. Ik wilde niet beheerst worden door en lijden onder een oorlog die ik zelf niet meegemaakt had. Ik wilde ook niet gevangen zitten in mijn eigen bewuste en onbewuste herinneringen. Tot mijn ontsteltenis ontdekte ik echter dat ik wel degelijk schade had opgelopen en gevangen zat. Niet zoals mijn ouders, maar wel leed ik in een door mij zelf gecreëerde gevangenis. Ik was slaaf van mijn onbewuste patronen.
Ik leerde dat gevangenschap, slachtofferschap en slavernij allerlei uitingen en vormen kennen. Ik kwam het eigenlijk overal tegen. Ook in wat ik las als ontspanning, uit interesse en voor mijn werk, in boeken over psychologie, filosofie, religie, pedagogiek, didactiek, en in literaire werken.
De uitkomst: een weg naar wérkelijke autonomie
De resultaten van mijn zoektocht hebben vorm gekregen in het model voor Persoonlijke Autonomie (mPA). Met behulp van dit model is het mogelijk om de belofte waarmee we geboren worden – om daadwerkelijk tot volle bloei te komen en het leven te vieren – in te lossen.